(On)schuldig volgens de rechter

Heeft de verdachte een strafbaar feit begaan of niet? Dat is wat de strafrechter moet vaststellen. Soms is dat eenvoudig. Soms lijkt dat eenvoudig, maar blijkt het achteraf – en te laat – ingewikkelder.

Denk aan rechterlijke dwalingen zoals de Rosmalense flatmoord en de Arnhemse Villamoord. In sommige andere gevallen is het bewijs ook na lang onderzoek niet heel sterk, zwijgt de verdachte, en stelt diens advocaat dat het bewijs net zo goed past bij een andere (onschuldige) lezing van de feiten. Een voorbeeld hiervan is de zaak tegen Jos B.

Hoe doet de rechter dat, bewijzen in moeilijke strafzaken? Geeft het recht duidelijke handvatten, of moet de rechter het doen op zijn onderbuikgevoel? Kan de rechter het zwijgen tegen de verdachte gebruiken? Hoe toetst hij de betrouwbaarheid van een getuigenverklaring of van DNA-bewijs? Tijdens dit Science Café op donderdag 17 november gaan bewijsrechtexperts Tessa van der Rijst, Lonneke Stevens en Linda Kesteloo (Vrije Universiteit Amsterdam) in op deze vragen en proberen zij inzicht te geven in hoe beslissen in onzekerheid werkt.

Zoals altijd zal WiWa de avond openen met een toepasselijk zelfgeschreven nummer. Journalist Ward Deckers leidt de avond in goede banen en zal uw vragen voorleggen aan de spreker.